met de camper naar Normandië

Is met een camper door Normandië leuk?

Is met een camper door Normandië leuk? Dan is het antwoord volmondig JA. De camper is uitermate geschikt om Normandië te ontdekken. We willen dan ook met onze camper de kustlijn van Normandië volgen en via het binnenland teruggaan. En als het meezit pakken we ook een stukje Bretagne mee. Natuurlijk staat er ook een aantal bekende bezienswaardigheden op het programma. Of we daar allemaal aan toekomen lees je in deze blog.

Met de camper door Normandië

Als voorbereiding op onze camperreis door Normandië heb ik in de bieb de Dominicus Regiogids – Normandië en Bretagne geleend. Maar ook op Instragram vind ik een paar accounts bomvol Normandië-inspiratie. Normandië is hot, of IN. Kortom er is voldoende informatie beschikbaar voor een rondreis door dit gebied vol historische stadjes, krijtrotsen en schilderachtige landschappen.

Het plan is om in krap 3 weken met de camper langs de kust van Normandië te trekken met natuurlijk een bezoek aan de invasiestranden. Maar ook Dieppe, Honfleur en Étretat staan op het programma en natuurlijk het iconische Mont Saint-Michel. En ik hoop stiekem dat we op een camping kunnen staan met uitzicht op zee.

In deze blog vind je een aantal handige campings aan de kust van Normandië en Bretagne.

Dieppe

We beginnen onze reis in Zeeuws Vlaanderen, in Sluis om precies te zijn. Om daarna de kustlijn van België naar Frankrijk te volgen. Onze eerste stop in Normandië is vlakbij Dieppe. Waar we op camping la Source staan. Vanaf de camping is het een half uur fietsen naar het strand waar je de eerste krijtrotsen ziet. Vanaf daar kun je naar de mooie oude havenstad met een moderne jachthaven fietsen.

Tip: ga in Dieppe ook naar de Chapelle Notre-Dame-de-Bonsecours. Een kapel die in 1876 werd gebouwd voor zeelieden die op zee zijn gestorven. Via een paar oude trappen kun je deze kerk bereiken. Vanaf het uitkijkpunt heb je een prachtig uitzicht over de stad. Ook de kerk zelf is leuk om te bekijken.

Étretat

Via Saint-Valery en Fecamp rijden we richting Étretat om de krijtrotsen te zien. Helaas waren we niet de enigen met dat idee, want wat was het druk. Het was vooral lastig om een parkeerplaats voor de camper te vinden. Uiteindelijk konden we buiten het dorp de camper parkeren en wandelde je in 20 minuten naar het centrum en de bekende krijtrotsen. Die ook (en dat wist ik niet) het decor waren tijdens het Arsène Lupin festival, een bekende scene in de Netflixserie Lupin.

De krijtrotsen, die je ook kan beklimmen, zijn zeker een bezoek waard. Helaas gelden er ook een aantal restricties: je mag niet met je hond op het ‘strand’ en die mooie ronde kiezelstenen moet je laten liggen. Eentje meenemen als souvenir is zelfs verboden.

Honfleur

Van Étretat rijden we door naar Honfleur. Nog een toeristische trekpleister aan de Normandische kust. Om daar te komen rijden we over le pont de Normandië, een gigantische brug over de Seine. In Honfleur stuurt de navigatie ons door smalle straatjes naar de camping waar we voor 3 nachten gereserveerd hebben. Geen overbodige luxe blijkt later. Als we arriveren is de camping COMPLET, oftewel vol in gewoon Nederlands.

De volgende dag bezoeken we Honfleur. Op de fiets is dat prima te doen. Als je over de promenade van Honfleur richting het strand wandelt zie je in de verte de imposante pont de Normandië liggen. Naast de promenade ligt ook le Jardin des personnaliés, een tuin vol Franse beroemdheden zoals Eric Satie en Claude Monet. En dat zie je ook terug in Honfleur. Als we teruglopen naar de stad komen we zelfs langs het geboortehuis van Satie.

De Invasiestranden

Dat Normandië vooral bekend is om de invasiestranden (D-day 6 juni 1944) weet iedereen. Op verschillende plekken langs de Normandische kust, zoals Arromanches zijn de herinneringen en sporen van de bevrijding van West-Europa nog steeds zichtbaar.

Tip: In Arromanche 360, is in een ronde filmzaal een projectie te zien van de film Normandy’s 100 Days. De beelden uit het huidige Normandië en beelden uit 1944 worden gelijktijdig op 9 reusachtige schermen vertoond. Wat heel indrukwekkend is.

Zo zie je in het plaatsje Sainte-Mère-Église een pop met parachute aan de kerktoren hangen. Deze pop, die John Steele moet uitbeelden, was een parachutist die tijdens D-day aan de kerktoren in Sainte-Mère-Église bleef hangen. Hij was trouwens een van weinige parachutisten die het overleefde.

Barfleur

Via een aantal D-wegen rijden we naar Barfleur, een klein vissersdorpje aan Het Kanaal. Bekend als een van de mooiste Franse dorpen. Maar ook van “de blonde van Barfleur” een mosselsoort die aan de kust van Barfleur wordt gevangen en natuurlijk van de vuurtoren van Gatteville, de op één na hoogste vuurtoren van Frankrijk.

Le Mont Saint Michel

Na het rustige Barfleur koersen we naar de volgende trekpleister: Le Mont Saint Michel, Werelderfgoed én de meest toeristische plek van Normandië en Bretagne. We hebben in de buurt van dit beroemde eiland een camping geboekt dus over een overnachtingsplek hoeven we ons geen zorgen te maken. Misschien wel over de drukte én hoe we er komen.

Mont Saint-Michel is namelijk gebouwd op een rotsachtig eilandje dat alleen bereikbaar is via een loopbrug van zo’n 2 km. Vanaf onze camping fietsen we in een half uur naar de loopbrug en leggen het laatste stuk te voet af. Je kunt ook de gratis shuttlebus nemen.

Omdat je le Mont-Saint Michel gratis kan bezoeken ben je ook hier niet de enige. Dus wil je de drukte een beetje vermijden ga dan bij binnenkomst gelijk De Grande Rue in. Dit is de straat die omhoog loopt tot aan de abdij. Boven heb je goed zicht op de smalle straatjes en kleine huisjes. En het is er minder druk. Helaas gaat dit niet op als je Abdij La Merveille wilt bezoeken. Letterlijk en figuurlijk is dit het hoogtepunt van het eiland. De abdijkerk ligt namelijk 80 meter boven de zeespiegel.

Tip: Koop je entreeticket voor de abdij van tevoren online. De tickets zijn een jaar geldig en je vermijd een lange wachtrij. Heb je nog geen ticket? Bezoek de abdij dan aan het eind van de middag of vroeg in de ochtend.

Wil je de drukte op het eiland mijden maar wel genieten van een prachtig zicht op Mont Saint-Michel? Ga dan wadlopen. Er zijn iedere dag begeleide wandelingen over het wad rond Mont Saint-Michel.

Ook is het leuk om Mont Saint-Michel in de avond te bezoeken. Het eiland is dan prachtig verlicht. Daarnaast worden er ’s avonds weleens activiteiten georganiseerd zoals een lichtshow met acrobaten die wij tijdens ons bezoek konden meepikken.

Wil je meer foto´s en video’s zien van onze reis met de camper door Normandië? Neem dan eens een kijkje op het Instagram account van Mam is de hort op.

Côte de Granite Rose

Vanaf Mont Saint Michel rijden we naar Bretagne. Ook Bretagne heeft een uitgestrekte kustlijn met een aantal mooie bezienswaardigheden. Zoals Côte de Granit Rose, de roze rotsen. We boeken een plaatsje op camping port l’Epine, aan de Bretonse kust vlakbij het plaatsje Trélévern. Hier staan we pal aan zee en hebben we prachtig uitzicht op de Atlantische Oceaan. Vanaf de camping kun je mooie wandelingen maken, maar ook een bezoek aan de Côte de Granite Rose behoort tot de mogelijkheden. Deze kust bestaat uit granieten rotsformaties die een bijzondere roze kleur hebben.

Saint-Malo

Ook in Bretagne is van alles te zien. Als je kijkt op de mooiste bezienswaardigheden van Bretagne, dan komt Saint-Malo al snel bovendrijven. Dit mooie plaatsje pakken we dus nog even mee. Saint-Malo is een oude havenstad uit de zesde eeuw waarde belangrijkste trekpleister het kasteel van Saint-Malo is. Je kunt over de muren wandelen en je hebt er een prachtig uitzicht over de omgeving. Binnen de stadsmuren vind je de oude stad met veel gezellige straatjes, historische gebouwen en kerken.

Met de camper door Normandië is zeker leuk

Met een camper door Normandië (en Bretagne) vind ik een aanrader. Zeker in het naseizoen. In de 3 weken dat we onderweg waren hadden we iedere dag schitterend weer. Alleen de laatste 2 dagen hadden we wat regen.

  • Reizen: Hoeveel kilometer we met de camper door Normandië hebben gereden weet ik niet precies. Maar we reden ongeveer 300 tot 400 km per dag. Dat waren vooral D-wegen, omdat je dan veel meer ziet van de omgeving. Alleen de laatste 2 dagen kozen we voor tolwegen.
  • Net als andere jaren hadden we onze fietsen en de fietskar meegenomen. En dat bevalt goed. Want met een camper ga je niet even naar een dorpje of een bezienswaardigheid toe. Daarnaast is fietsen in Normandië met een e-bike goed te doen, ook met een hond in de fietskar. Google als navigatiesysteem vind ik alleen geen succes. Het gebeurt te vaak dat die je de verkeerde kant op stuurt.
  • Slapen: We kampeerden op campings of camperplaatsen die we vonden via de gratis app van Campercontact. Meestal kozen we voor Acsi-campings. Die zijn prima en buiten het seizoen heel betaalbaar. Gemiddeld waren we 20 euro kwijt voor een overnachting (september 2023).
  • Eten & drinken: Natuurlijk genoten we van streekgebonden producten zoals mosselen en camembert. Als souvenir namen we een fles Calvados en cider mee.
  • En nog veel meer: Op internet is veel informatie én inspiratie te vinden voor een rondreis door dit gebied vol historische stadjes, krijtrotsen en schilderachtige landschappen.

Gerelateerde berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.